Deh.
Ik heb me nog eens op m’n gemak kunnen afzonderen. Muziek op in de achtergrond, alles goed donker gemaakt. ‘t Is zo’n beetje de manier waarop ik in the zone geraak. Da’s ook wel nodig als ik schrijf over thema’s als deze. Ge komt los uit de drukte, uit alles wat moet gebeuren en de alertheid waar ge u de hele dag in bevindt.
Nu dus even niet. Even tot mezelf keren en me terug inleven in het proces.
Op dit moment gaat dat proces weer over helderheid scheppen over alles achter m’n chronische trauma. Ik heb al een lange weg afgelegd op vlak van bewustwording van m’n eigen gedrag. Hoe ik diepere gevoelens uit de weg loop, waarom ik dat doe en onder ogen komen waar ik eigenlijk voor weg loop. Overlevingsmechanismen noem ik ze.
Ze zijn er vaak en eigenlijk ook overal. Het maakt op zich weinig uit wie er in m’n naaste omgeving is. Gedragingen of blikken van anderen doen soms alarmbellen bij mij afgaan en maken mij alerter voor de toekomst. Nu ben ik onder ogen aan’t komen hoe ik al die lange jaren eigenlijk elke minuut van de dag alert was voor alles wat er ooit mis kon lopen. Die alertheid lag deels mee aan de oorzaak van m’n burn-out. Want dat houdt ge niet vol, constant alert zijn. Ook al is het uit een gevoel van overleving, uit de pure angst dat ge alles behalve bekwaam of volwassen geacht zou worden.
In therapie verzamelen we nu dus al die gedragingen om weer authentieker te kunnen leven. Ik zou mezelf ook niet zijn als ik er niet open over kon schrijven en alles kon delen met anderen. Wie weet roept het herkenbaarheid op, wie weet zet het weer een healing-proces in gang en kan ik het straks weer beter accepteren.
1. Blikken analyseren
Één van die beschermingsmechanismen is de constante alertheid voor de reacties van anderen wanneer ik iets zeg. Ik zou haast zeggen dat ik een soort arendsoog heb om antwoorden te zoeken bij anderen. Om na te gaan of ik niets stoms heb gezegd, of hetgeen wat ik zeg eigenlijk wel steek houdt of dat ik het gewoon bij het rechte eind zou hebben. Ik durf nogal eens te letten op hoe iemand naar mij kijkt dan. Of te zoeken naar die micro-expressies waar ik al dan niet bevestiging uit kan halen.
Als ik dan de indruk krijg dat er weinig interesse is doordat iemand bv. gewoon al wegkijkt: alarmbellen en zo snel mogelijk compenseren door mij ofwel kwetsbaar te tonen of te doen alsof het er allemaal maar weinig toe doet. Of met andere woorden, zo snel mogelijk weer de druk verlagen.
2. Rationeel zijn
Noem het beroepsmisvorming, noem het een overlevingsmechanisme. Maar uit ontwijking van diepere (negatieve) gevoelens durf ik nog al eens te blijven hangen in rationaliteit. Typisch ben ik dan teveel bezig met mij centraal te positioneren tussen wat voor de ander goed is of wat voor mij goed is. Het maakt zelfs niet uit of ik bv. in een discussie er zelf slechter zou uitkomen: rationaliteit is the way to go.
Ik herinner me dat dit héél vaak voorkwam in de periode van m’n burn-out. M’n eigen noden kwamen zelden aan bod. Als rationaliteit betekende dat ik meer werk op m’n bord zou krijgen, dan is dat maar zo. Sterker nog: ik zou er zelfs nog achter gevraagd hebben, want rationaliteit zorgde ervoor dat ik bij anderen bekwame indrukken kon nalaten.
3. Alle mogelijke slechte scenario’s bedenken
Naast het analyseren van blikken is dit nog zoiets waar ik vandaag de dag nog erg veel last van heb. Nog voor er zich zelfs maar een vorm van gevaar zou voordoen, probeer ik in alle alertheid voorbereid te zijn op de slechtst mogelijke scenario’s. Met die slechte scenario’s bedoel ik dan ook scenario’s waar mensen mij zouden kunnen zien als een gefaald iemand. Klinkt heftig misschien, maar dat zit er ondertussen zodanig ingebakken dat ik al niet meer stilsta bij die outcomes. Ik probeer er gewoon continu voor te zorgen dat ik altijd ben voorbereid.
Een goed voorbeeld is m’n radio-optreden. Sinds het telefoongesprek in de voormiddag was ik tot het gesprek ‘s avonds mij aan het inbeelden wat ik allemaal moest zeggen en wat best niet. Wat als ik iets teveel zeg over vaccins? Kwets ik daar anderen mee? Moet ik misschien meer naar die technologie gaan? Of wordt het dan te ingewikkeld? En als ik dit nu zeg, wat zouden m’n collega’s ervan zeggen? Zouden m’n ouders het eigenlijk begrijpen als ik dit op die manier uitleg?
M.a.w., gepingpong in mijn hoofd, de hele tijd. Niet alleen bij de grootsere momenten, ook bij de stomste dagdagelijkse taken komt het wel eens voor. Hoe ik bv. het best naar de bakker ga, iemand iets vraag in de winkel, of gewoon echt niet als een dommerik overkom als ik een mail stuur.
4. Zorgvuldig woorden kiezen
Aansluitend bij het vorige: taal is soms alles. Ik kan soms echt véél te lang bezig zijn aan een simpele mail te schrijven. Als ik teveel gevangen zit in m’n systeem maak ik me zorgen hoe m’n woorden niet zouden overkomen zoals ik wil dat ze zouden overkomen. Exacte woorden vinden, zinsbouw aanpassen, een woordje toch maar achter het andere plaatsen wat anders klopt het niet… Het is ook wel perfectionisme op dat vlak.
Want het moest maar eens zijn dat ze me onbekwaam zouden vinden door wat ik zeg. Zelfs of het terecht zou zijn of niet, het is de angst dat leeft en geen rekening houdt met de realiteit.
5. Voorzichtig zijn met meningen
Meningen, of voor mezelf opkomen in het algemeen (en dan echt in al zijn mogelijke vormen) is vaak een probleem. Als ik niet in m’n doen ben gaat ge me geen gesprekken zien starten, ik wil eerst een notie krijgen of hetgeen wat de ander denkt aansluit bij hetgeen wat ik vind, om daarna pas te zeggen waar ik voor sta.
Als ik dan toch eens het gesprek begin, zal ik eerder die subtiliteit opzoeken om te polsen hoe een ander eventueel zou kunnen reageren als ik straks mezelf uitdruk. Blikken analyseren hoort daar ook bij.
En nogmaals, echt over alles komt dat terug. Meningen over decks van Pokémon kaarten, voetbaltactieken (al is het een wissel dat al dan niet moet gebeuren), muziek of een film leuk vinden, alles! Eens ik van mensen weet waar ik ze kan plaatsen, onthoud ik dat ook voor de volgende keer zodat ik mij minder zorgen moet maken.
Op m’n werk heb ik dat wel afgeleerd, een onderzoeker moet net voor zichzelf opkomen. Meer en meer slaag ik er in om m’n visie en meningen over alles te delen met anderen. Maar eerlijk gezegd heeft dat wel 2 jaren aan alertheid en opbouwen van vertrouwen gekost. Everything needs to be clear before I even try. Rationaliteit heeft me daar ook erg in geholpen (want geen zorgen hoor, ik vind wel een overlevingsmechanisme dat werkt en waar ik mezelf goed kan uithalen, daar ben ik uitstekend in getraind).
6. Dichtklappen
Dit gebeurt ook wel eens. Als ik bv. gevaar totaal niet zie aankomen, klap ik dicht en krijg ik een soort van black-out. Ook als het te druk wordt en ik bv. geen tijd vind om alles grondig te analyseren voor ik iets zeg, klap ik wel eens dicht.
Zeggen dat ik dan even tijd nodig heb om erover na te denken helpt dan wel weer. Daar is gelukkig ook helemaal niets mis mee!
7. Verwachtingen minimaliseren
Dit begint gelukkig meer en meer tot het verleden te behoren, maar is er soms nog wel eens. Als ik in contact kom met nieuwe mensen waarvan ik écht niet kan inschatten waar ze met mij naartoe willen (als in, is deze persoon een gevaar voor mij AKA kan hij/zij mij een gevoel van gefaald te zijn bezorgen?), houd ik me heel erg gedeisd en probeer ik over te komen als iemand die zeker niets meer is dan de andere.
Al is dat ook afhankelijk van wie ik tegenover mij heb en in welke omstandigheden. Als er iemand echt gevraagd heeft om mij komt dit natuurlijk niet voor (maar dan heb ik wel weer een halfuur nodig om te bekomen van het ongeloof dat ik iemand ineens iets bijbreng).
8. Alert registers bijhouden
Met collega’s iets gaan drinken, iedereen die getrakteerd heeft en net vertrekken als ik wil trakteren? Ik onthoud het hoor, al zorgen makend dat ik overkom als een profiteur. En wees maar zeker dat ik een half jaar later exact nog weet dat ik de eerste moet trakteren.
Het zijn er eigenlijk maar een aantal uit een heleboel overlevingsmechanismen die ik in stand houd om bekwaam, verstandig en volwassen over te komen bij een ander. Het was allemaal deel van het recept tot de burn-out. Na de burn-out kwam ik onder ogen dat het allemaal inherent deel is van de chronische trauma waar ik nog aan werk.
Soms is alles meer aanwezig dan andere keren. Hoe groter de negatieve vortex waar ik mij in bevind, hoe meer alles voorkomt. Gelukkig zit ik nu wel in een betere periode en kan ik door vele positieve gebeurtenissen nu goed dicht bij mezelf blijven.
Al vind ik het soms toch een klein wonder dat ik dit allemaal zolang in stand heb gehouden, en kijk ik vreemd genoeg ergens ook met een trots erop terug. Zonder dit allemaal stond ik nu nooit waar ik nu sta. Om maar te zeggen dat ik het positieve ervan echt wel koester, en nu meer dan ooit besef tot wat ik allemaal in staat ben.
Ook al lijd ik stiekem achter de schermen.
Phoew! Efkes 🤯 van hoe goed je het kan verwoorden
Dankje!
Wow dit komt wel allemaal stevig binnen zeg… Ik herken toch wel een paar dingen die ik ook toepas. Misschien moet ik daar ook maar eens naar gaan kijken. Bedankt om dit te delen!
Ja, het leest idd wat zwaar denk ik, maar ik zou het niet anders kunnen verwoorden. Het is de harde realiteit..
Fijn dat je er iets aan hebt!
Ik herken er ook een paar. Ik heb dat ook dat ik zorgvuldig mijn woorden wil kiezen, maar dit soms niet lukt. En dan klap ik gewoon daardoor dicht. Zo iets als, nope. Laat maar zitten.
Fijn dat je dit deelt en wat een mooie zelfreflectie!
Ja, inderdaad, zo gaat het hier ook wel eens.. Merci!
Bedankt voor het delen, Robin! Ik herken de meeste ook (helaas). Heel vermoeiend allemaal vind ik, daar constant zo mee bezig zijn. Gelukkig mindert dat bij mij wel met ouder worden.
Haha, dat kunnen alleen maar goede vooruitzichten zijn dan 🙈
Sterk dat je dit kan oplijsten. Je bewust zijn van die zaken, is ongetwijfeld al heel veel. Er waren er wel een aantal heel herkenbaar voor mij, moet ik zeggen. Nummer 1 en 3 bijvoorbeeld. Toch wel even slikken.
Ook van jou sterk dat je die herkenbaarheden durft benoemen hoor :).