Ik doe het dan uiteindelijk toch. Een blog. Of toch een vorm van. Want ik heb lang getwijfeld. Ik heb het moeilijk om mezelf te uitten. Dat ligt me niet, want als ik het doe ben ik vaak bang of ik nu de juiste verwoordingen heb gebruikt en misschien niet overkom zoals ik wil overkomen: zoals mezelf. Via een blog voel ik me gelukkig meer op mijn gemak. En de trots, de energie die ik haal uit het delen is nu groter dan de twijfel. Ik geef alvast geen uiteenzetting over mijn kijk op één of andere technologie, of interesse dat ik heb. Nee, ik wil een verhaal vertellen. Mijn verhaal. Want vandaag heb ik een klik in mijn hoofd gemaakt, dat anderen er wel eens iets aan zouden kunnen hebben.
Het idee vertrekt vanuit het artikel dat vandaag gepubliceerd werd. Ik werd geraadpleegd als expert in AI. Maar laat me al meteen duidelijk zijn. Een expert zal ik mezelf nooit noemen, en het is ook niet aan mij om dat vast te stellen. Ik focus ook niet graag op doelen, eerder op het pad dat je moet nemen om een doel te bereiken. Ik ben daardoor ook erg voorzichtig met labels die de wereld graag kleeft op mensen. Want vanaf wanneer ben je nu een expert? Voor mij is het alvast een term dat aangeeft dat je alles weet. En alles weten, dat bestaat niet. Elke dag vallen er nieuwe dingen te ontdekken, en elke dag stoot je wel op iets wat de wereld u nog niet heeft verteld. Ook al ben je heel erg vertrouwd met een bepaald onderwerp, er loopt garanti wel iemand rond, en dat kan een dichtbij-iemand zijn zoals je naaste collega, die je nieuwe inzichten kan geven over dat specifieke onderwerp waardoor de zaken er ineens anders kunnen uitzien. Los daarvan, blijft het wel een speciaal gevoel om zo naar gerefereerd te worden. Voor mij toch, want ik kan alleen maar trots zijn, dankbaar zijn, voor alles en iedereen die ik op mijn pad ben tegengekomen om me tot dit moment te brengen. Het doet mij ook inzien, dat ik al een hele weg heb afgelegd.
De achtergrond die ik heb is namelijk niet de achtergrond die ik tot nu toe al vaak gezien heb bij de mensen waar ik op professioneel vlak mee in contact kom. Ik zag vaak het verhaal van ouders terugkomen, die op zijn minst ervaringen hebben in hetzelfde vakgebied en dan ook een perfecte omkadering vormen voor hun kinderen tijdens hun opleiding. Voor mij lag dat anders. Hoewel ik natuurlijk veel respect heb voor mijn familie, had ik die omkadering niet. Ik ging doordoen met verdere studies, en dat was vrij uniek bij ons. Ik werd goed ondersteund, daar niet van. Maar uiteindelijk kan ik er niet omheen, en toegeven dat ik toch veel zelf heb moeten leren, en mijn eigen weg heb moeten zoeken in die nieuwe wereld. En dan is het soms wel eens vreemd als je je interesses deelt. Voetballiefhebbers, specifiek de fanatiekelingen waar ik mij wel onder moet categoriseren, kom ik zelden tegen. Vandaar ook de titel, moest het nog niet duidelijk zijn. Een rechtstreekse quote uit The Silence van Manchester Orchestra.
Eigenlijk zegt ook niemand hóe het allemaal precies moet. Hoe moet je nu de zaken aanpakken om er succes mee te boeken? Natuurlijk leer je dat door ervaring, en hoewel het een cliché is dat succes niet te behalen valt zonder eens hard te vallen, vind ik toch dat nergens echt duidelijk wordt wat dat kan doen met een mens. Dat heeft deels te maken met een soort van code. Ons kwetsbaar tonen, dat doen we niet. Successen worden gedeeld, en dat is ook logisch. Meer en meer hoor je de vraag naar meer echtheid op bv. sociale media, wat ik goed vind. Maar door alleen met een luidspreker die boodschap de wereld in te sturen, wordt dat nog geen nieuw normaal. Initiatiefneming vanuit de mensen met een voorbeeldfunctie, die kunnen dat wel eens teweegbrengen. Maar dat doen terwijl je er middenin zit is zeker niet evident, dat begrijp ik.
Maar met die momenten valt of staat wel alles. In die momenten maak je belangrijke keuzes die je leven vorm geven. Voor mij is dit in juli 2019 duidelijk geworden. Burn-out. De wereld zag er eerst rooskleurig uit. Ik zat goed in een bedrijf, met veel verantwoordelijkheden, en ik combineerde dat met het uitvoeren van een PhD. De wereld zou opengaan wanneer ik alles tot een goed einde zou brengen. Een goed loon, erkenning voor je werk, kortom had ik het gevoel dat ik daarna op professioneel vlak eindelijk iets kon betekenen voor anderen. Dat is helaas anders uitgedraaid. Alles werd té veel. Ik kon het niet meer, de energie was weg, ik was gewoon kapot. Een heel vervelend en zwaar proces volgde. Constante paniek in mijn hoofd, twijfelen over alles, doe ik alles wel goed genoeg, moet ik gewoon niet harder doorbijten? Ik stond op het punt om de keuze te maken om in de achtergrond te verdwijnen, waar ik gegarandeerd een goed leven zou hebben, en ik niet meer uitgedaagd moest worden om buiten mijn comfort zone te treden. Nee, ik moest af van die gedachtegang. Ik heb ook hulp ingeschakeld, want alleen los je dat niet op. En ik ben dan ook dankbaar voor de steun in die tijd. Ik heb het de mensen niet makkelijk gemaakt. Het leerrijke eraan is dat het voor mij duidelijk werd om het over een andere boeg te gooien. Ik moet niet werken aan een product, en die kant en klaar op de markt brengen. Ik moet dingen mogelijk maken. Mensen helpen, bedrijven en organisaties helpen om verandering mogelijk te maken. Meteen de impact zien van je werk. En dat is een gegeven dat moeilijk is in te zien wanneer je hands-on bezig bent met het ontwikkelen van een product. Wanneer je job enkel en alleen inhoudt om je te bekommeren over alles aan het product dat perfect moet lopen. Ik heb mezelf heel hard verloren in dat idee, ik nam geen pauzes, ik nam niet meer de tijd om energie op te doen. Ik heb zo het zicht en de controle verloren op mijn ware drijfveer.
Nu, impact hebben is iets dat goed terugkomt in de wereld van onderzoek. En dat eerste moment, dat ik al gewoon in de krant een vacature zag van de PXL i.v.m. een onderzoeker in AI, herinner ik mij levendig. Dat heeft iets getriggerd in mij. Het vuur, de passie, hetgeen wat mij echt kan drijven, het kwam ineens naar boven drijven. Ik moest en zou alles op alles zetten om daar binnen te geraken. Blij, trots, dat dat gelukt is. Ik zit goed. Het draagvlak, de mogelijkheden, klankborden, alles is aanwezig om het beste in mezelf naar boven te halen. En dat beseffen, geeft me alleen maar nog meer energie.
Met andere woorden, dit is nog maar het begin. Ik kom als bijna 26-jarige nog maar pas kijken, en ik besef dat ik nog veel te leren heb. Ik veroordeel mezelf -al dan niet terecht- dat ik me nog koest moet houden, want de ervaring die ik heb is relatief gezien beperkt in die wereld. Dit soort zaken de wereld insturen doe ik nog voorzichtig, want dit is toch op zeker vlak een stap in het duistere. Want ja, wat brengt dit teweeg? Daarom leek het me ook goed om dit eerst onder vrienden en kennissen te houden. Want ik ben er nog niet. Of dat vind ik toch van mezelf.
Ik schrijf omdat ik trots ben. Trots op de verwezenlijkingen. Trots op het pad, dankbaar voor de omkaderingen waarin ik mezelf heb mogen ontdekken. Maar vooral, trots op wie ik ben. Trots op het feit dat ik in het weekend me terug kan uitleven op de staantribunes in de Luminus Arena (ja, ik mis het) terwijl ik door de week mij kan uitleven in m’n werk. Dat mag ik delen, en dat mag de wereld stilaan weten van mij.
Plaats als eerste een reactie