Een kritische kijk op het kritisch kijken

Deh!

Ik zou bijna zeggen: nu ga ik ook eens kakelen. Want als onderzoeker en iemand die op professioneel vlak dagelijks bezig is met kritisch te kijken naar technologieën of naar geclaimde feiten, zijn er tegenwoordig toch heel wat zaken die me irriteren. Ik voel me beledigd zelfs, door het feit dat we als mens tegenwoordig héél snel, héél kort door de bocht gaan en omschakelen naar een gedrag dat we al te gemakkelijk het “kritisch kijken” naar maatschappelijke zaken noemen. We zijn er nog niet, maar ik ben bang dat we binnenkort de wetenschap zélf nog in vraag gaan stellen. En dan heb ik het niet over wetenschap dat al dan niet fout gecommuniceerd wordt. Dan heb ik het over de exacte kennis die ons werd bijgebracht door wetenschappers zoals Newton, Einstein of Bohr. Ik doe het wat extreem uitschijnen, maar het ziet ernaar uit dat we mooi op weg zijn. We gaan er alsmaar meer vanuit dat wetenschappelijke feiten onder de noemer “geloof” vallen, met voorbeelden zoals de klimaatopwarming en vaccinaties. Zover mag het voor mij ábsoluut niet komen. Het zijn wetenschappers die ons als mens vooruit hebben gebracht, bijna letterlijk als je denkt aan de uitvinding van het wiel.

Oorzaak van frustraties

De oorzaak van alle frustraties staat wat veraf van mijn professioneel werkgebied: COVID-19. De overheid is genoodzaakt om maatregelen te nemen tegen de verspreiding van het virus, waar we ons als burger best aan kunnen houden, willen we boetes vermijden. Laat alvast duidelijk zijn dat ik me hier niet zal uitlaten over de inhoud van die maatregelen of partij kies in deze blog. Ik ben géén expert. Ik kom niet dagelijks in contact met virologen of met politici om maatregelen voor het land op te stellen. Maar dat er actie ondernomen moet worden, dat lijkt me best logisch. Een leven leiden zoals we voorheen deden zou vrij spel geven voor het virus, wat vele levens zou kosten. Een dergelijke aanpak is ons trouwens volledig onbekend. Je kan bv. via het opstellen van een rampenplan je erop voorbereiden, maar wanneer er zo weinig geweten is over een nieuw virus én je snel moet handelen… Dan lijkt het me logisch dat het zelfs voor professionals gissen is naar wat werkt. Een samenwerking tussen politici en virologen lijkt me dan nog steeds de beste keuze.

Wat me wel tevreden stemt, is dat we ons als burgers vragen durven stellen bij hetgeen wat ons wordt opgelegd. Het is deel van onze democratie, dus zeker oké om de zaken eens onder de loep te nemen en een mening te hebben die niet noodzakelijk strookt met de maatregelen. Vrijheid van meningsuiting hoort daar ook bij, en daar maak ik geen problemen van. Ieder heeft zijn mening en is vrij om te denken en doen wat die maar wil.

Maar ik heb wél een probleem met foute interpretaties. Interpretaties van feiten of zelfs woorden die niet stroken met hun eigenlijke betekenis. M.a.w., een probleem met wetenschappelijke foutheid. Het begrip “kritisch kijken” is daar tegenwoordig één van. Ik zie voorstanders en tegenstanders van maatregelen. Nogmaals: goed, geen enkel probleem mee. Maar noem het a.u.b. niét kritisch kijken als je iets ziet waar je het in eerste instantie niet mee eens bent en dan klakkeloos, radicaal omschakelt naar het tegenovergestelde extremum. Om dan nog maar te zwijgen over de onderbouwing met foutieve informatie die er vaak mee gepaard gaat. Met een kritische kijk (in de juiste betekenis van het woord) moet ik dit bovendien vaststellen in beide kampen van het verhaal.

Kritisch kijken, hoe doe je dat dan?

Om maar een voorbeeld te geven vanuit het reviewen van wetenschappelijke papers. Bij elke nieuwe publicatie of inzending naar een conferentie, krijgt de paper altijd eerst de kans om gereviewed te worden door wetenschappers in hetzelfde vakgebied van over de hele wereld. Dit om de juistheid te controleren en bv. géén foute resultaten te laten doorsijpelen tot hoog aangeprezen tijdschriften of journals. Ik heb het in 2019 zelf ook mogen meemaken na m’n eerste publicatie in te sturen naar ACIVS 2020 in Nieuw-Zeeland. Het krijgt een kritische kijk en wordt op alle vlakken, van theorie tot resultaten toe, geëvalueerd. Je krijgt vervolgens een lijst met argumenten hoe ze tot hun bevindingen kwamen en met wat geluk constructieve tips om het in orde te maken. Voor mij is dit kritisch kijken. Jezelf centraal plaatsen, het ene uiterste in vraag durven stellen en het tegenovergestelde afgaan bij de juiste bronnen, durven testen met hypotheses, om vervolgens argumenten te formuleren die de auteur van de publicatie verder helpen.

Socrates, de eeuwige twijfelaar. “Ik weet dat ik niets weet”. Misschien is het geen slecht idee om dit als eerste gedachtegang aan te nemen bij het kritisch kijken.

Helaas lijkt dit tegenwoordig niet terug te komen in het maatschappelijk debat. We doen het voor de helft goed: we stellen het ene in vraag. Maar de andere helft, waar we als mens het tegengestelde tegenkomen en wat dan op het eerste zicht misschien logischer lijkt dan het ene wat we in vraag stellen, daar kiezen we soms precies blindelings voor. En dat noemen we dan kritisch kijken. De situatie toont zich vaak alsof er twee kampen van kippen zijn die niets anders doen dan kakelen tegen elkaar, zonder enige moeite te doen om een constructief debat op te zetten en nuances aan te halen. Ik moest het eens proberen, in een review kiezen voor de tegengestelde kant zónder gebruik te maken van de juiste bronnen. Of zonder enige vorm van rechtmatige argumenten mee te geven die m’n mening onderbouwen. Mijn geloofwaardigheid zou er snel onder lijden. En als we dát aannemen als het gedrag dat we als wetenschapper moeten hebben, zou de wetenschap er zelf ook snel onder lijden.

Hetgeen waar ik het meeste problemen mee heb, is dat deze vorm van kritisch kijken zelfs wordt aangeprezen door personen met een voorbeeldfunctie. Nogmaals, iedereen is vrij om te doen wat die maar wil. Maar je kan je terecht de vraag stellen of het correct is dat die personen zich opstellen met een verkeerde betekenis van het “kritisch kijken”, om vervolgens een boodschap te verkondigen dewelke de mensen graag overnemen zonder er zich al te veel vragen bij te stellen.

Nuancering

Maar goed. Bij een kritische kijk over het kritisch kijken hoort natuurlijk ook een nuancering. Je kan het ook een soort van zelfreflectie noemen waarbij je jezelf in vraag stelt: Ok, is dat nu echt zo? Vanwaar komen nu net die frustraties? Zijn de argumenten die ik geef goed gegrond en terecht? Zijn mijn bevindingen juist?Een analyse die ik maar al te graag maak om m’n mening nog eens te staven en extra kracht bij te zetten.

Mijn frustraties komen alvast vanuit bevindingen via de mediakanalen, maar vooral social media. En dan moet ik toegeven, dat mijn frustraties het gevolg zijn van de oppervlakkigheid die dergelijke kanalen aanbieden. Diepgang in meningen over maatschappelijke zaken komt maar moeilijk naar boven. Het zijn vooral titels, subtitels en enkele regels van meningen en boodschappen die ik soms wel eens in een oogopslag zie die mijn frustraties voeden. Een kritische kijk daarop mag dan terecht de fundamenten achter m’n gevoel in vraag stellen.

Het grootste fundament achter m’n gevoel situeert zich echter in het alsmaar luider geroep van foutieve informatie. Ook het op polariserende wijze tegenspreken van wetenschappelijk bewezen feiten zoals klimaatopwarming of het nut van mondmaskers en vaccinaties. Nogmaals: ieder zijn mening. Maar ik denk dat ik zéér correct ben als ik vaststel dat meningen omtrent deze topics vaak ongegrond zijn. Het is goed dat we dergelijke zaken in vraag stellen. Maar het is minstens even belangrijk om ook het radicaal tegenovergestelde in vraag te stellen en de statements met de nodige nuanceringen door te nemen. Ik ga ervan uit dat iedereen met dergelijk kritisch gedrag graag een debat wil zien over de boven vernoemde topics. Maar indien we dat willen, kunnen we niet omheen die broodnodige nuanceringen. Ze vormen de basis van alle vormen van constructieve communicatie.

Slotbetoog

Het filosofisch aspect van dergelijke zaken mag dus wat mij betreft meer en meer aandacht krijgen in onze maatschappij. Laten we ons dan ook werkelijk kritisch opstellen en ons niet als een kudde schapen laten leiden door wat goed of slecht is. Laat ons de zaken vanuit centraal perspectief bekijken. Doe je dat, baseer je je op de juiste bronnen en heb je kennis van de zaken, dan ben ik alleen maar geneigd om eens écht te luisteren naar je bevindingen. Want debatteren is nog steeds goed. Maar debatteren zonder enige kennis van zaken en zonder moeite te doen om te luisteren naar elkaar, dat moeten we ten alle tijden vermijden. Dat helpt ons niet vooruit.

Plaats als eerste een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.